De fascinatie voor tattoos en al wat (toen) underground was, was er al toen ik nog op de kunstschool zat, eind jaren 90. Maar de tijd en ikzelf waren nog niet rijp… Toen Maaike me in 2018 de kans bood om als leerling te starten, heb ik die echter dankbaar aanvaard.
Ondertussen had ik al wat andere watertjes doorzwommen:
- afgestudeerd en aan de slag gegaan als grafisch ontwerper en webdeveloper, eerst in loondienst en daarna als freelancer
- enkele jaren als IT-er en medeverhuizer bij RoSa
- zes jaar als procesbegeleider en communicatiemedewerker in de geestelijke gezondheidszorg bij Psyche (en de voorlopers van die organisatie)
- vele jaren van vrijwilligerswerk en activisme, o.a. bij Sea Shepherd (met enkele campagnes in Scandinavië) en recenter als dierenverzorger bij Forrest & Friends
- en nog veel meer jaren als verwoed lezer en zinzoeker, wereldverbeteraar, liefhebber van zware metalen en ondergrondse klanken, en kweker van een gevoel voor humor even zwart als zijn kledij.
Het is, kortom, allemaal heel anders gegaan dan het gepland was. Maar uiteindelijk kwam het allemaal wel samen in een discipline waarin al die zaken een plaats kunnen vinden.
In tijden van steeds extremere individualisering en vervreemding kan ik mensen een manier bieden om zich sterker te verankeren in een wereld (of subcultuur, of stam, of idee, …hoe je het ook noemen wilt).
Ik kan er mijn artistieke ei in kwijt, met alle reeds opgedane ervaring en verkregen focus, en persoonlijke interesses — laten we het “amplified history” noemen, zoals de fijne mensen van Heilung het samenvatten, met een flinke scheut humor en wat H.P. Lovecraft erbij (als Lovecraft een punker was geweest).
En ook de collega’s wereldverbeteraars mogen gerust zijn: ik werk nog steeds zo afvalvrij mogelijk, en 100% vegan.
Soms zeg ik weleens dat ik het tatoeëren bovendien vond wat ik als graficus miste: de mogelijkheid om lastige klanten af en toe pijn te doen. Maar dat was tot dusver altijd als grap bedoeld. Er zijn geen lastige klanten, en stoute kinderen vanaf 18 jaar zijn altijd welkom — sterker nog, de wereld kan er wel wat meer van gebruiken.
De keuze voor “Alverman” als alias lag dus voor de hand. Zie het als een verwijzing naar een wereld die we misschien wat te ver achter ons hebben gelaten. En als een bescheiden intentieverklaring.